28/09/23
Tuna
29/09/23
Mama gaat naar de speeltuin.
Ik ga mee.
Ik ga op de speeltuin spelen.
Manou
29/09/23
Ik ging naar buiten.
Ik ging naar huis.
Ik ging naar bad.
Toen ging ik naar bed.
Enora
28/09/23
Er waren 3 zonnen en ze wouden wandelen.
Het kindje was er ook.
Dan was het kindje groentjes aan het eten.
Mila
28/09/23
De koningin ging op stap.
Zij vond een broodje.
Ze at het op.
Toen vond ze nog een tomaat.
Ze at het ook op.
Toen ging ze weer naar het paleis.
Loeka
28/09/23
De mannetjes gaan naar het park.
Ze gaan daar eten.
Het begint te regenen.
Hun huis is niet ver.
De mannetjes gaan daar wandelen.
Het begint nog steeds te regenen en te donderen.
De zon komt.
Dan komt er een regenboog.
Julien
28/09/23
Ik heb een zon gemaakt.
De kindjes spetteren met water.
Ze vinden dat leuk.
Ida
28/09/23
Er was een mannetje op stap.
Hij ging naar een bos.
Hij had daar een munt gevonden van de jager.
Hij zei: “ik wil jager worden!”
Hij had beloofd dat hij naar grootmoeder ging.
Hij was bij grootmoeder gekomen. Hij belde aan.
Toen ging de deur open.
Hij gaf het eten aan grootmoeder.
Felix
28/09/23
Het mannetje was naar de kermis.
Toen was ze op de trampoline.
Toen was ze naar de draaimolen gegaan.
Toen zat ze op een eenhoorn op de draaimolen.
Toen ging ze een ijsje eten.
Estelle
28/09/23
Mama maakt eten met eten van mij.
Mama is naar school gekomen met de fiets.
Mama en ik gaan zwemmen met Anna.
Arif gaat ook zwemmen.
Ik heb Arif gezien in de bus.
Mama van Arif heeft een koekje gegeven aan mij.
De mevrouw van de bus zegt: “je moet doorgaan.”
En dan zegt de mevrouw: “je moet- uitstappen.”
Donatien
28/09/23
Er was eens een jongen.
Hij wou gaan jagen.
Toen zag hij mensen jagen op de dieren.
Ze zeiden: “hello”.
De jagers gingen een auto bouwen.
De jongen had iemand gevangen.
het was een grote mens die hem wou pijn doen.
Alex
14/09/23
Mama
Tuna
14/09/23
De eenhoorn gaat naar huis.
Elsa zoekt de eenhoorn.
Het was aan het regenen.
De eenhoorn zag een regenboog toen hij naar huis ging.
Manou
14/09/23
Ik heb een eenhoorn gemaakt.
Hij gaat naar huis.
De baby is in mama haar buik.
Mama gaat naar huis.
Mama ziet een regenboog.
Papa is gaan werken.
Papa maakt een supergrote put in ons nieuw huis.
Het was veel aan het regenen.
Ida
12/09/23
Papa zit in de tent.
Hij gaat eten.
Hij gaat voetballen op de speeltuin.
Mama moet naar de dokter.
De baby moet slapen.
Er is zon.
Mila
12/09/23
Er was eens een grote auto.
Er was iemand achter gelaten.
Hij was boos.
Ze hadden hem achter gelaten omdat er geen plaats meer was.
Er was een mens op een skateboard en ze wouden stoppen.
Toen was de auto gestopt.
Toen was de mens blij.
Toen was de mens in de auto aan het stappen.
Toen had de auto op iemand gereden.
Toen moest iemand naar de gevangenis.
Toen ging iemand een diamant stelen.
Toen moest de mens naar de gevangenis.
Toen was de auto kapot gegaan toen moest de auto gerepareerd worden.
Alex
11/09/23
De sneeuwman is in de zon.
De sneeuwman gaat naar het bos.
Hij gaat daar eten.
De sneeuwman gaat in de boom klimmen.
Hij springt van de boom naar een andere boom.
Dan gaat hij op de zon springen.
Dan gaat hij wandelen op de zon.
Julien
11/09/23
Het hartje ging naar de boom.
Ze ging naar huis.
De volgende dag ging ze terug naar buiten.
De volgende dag zag ze een regenboog.
Het was mooi maar de regenboog was weg.
Ze ging naar huis.
De volgende dag ging ze naar buiten, ze ging kamperen.
Enora
11/09/23
De bus gaat naar huis.
De trein gaat naar de auto.
Met de taxi naar de speeltuin.
Papa is ook mee.
De taxi zegt: “je moet een kaart hebben en op de telefoon kijken.”
De lift moet naar boven.
Je moet centjes in de kijker steken anders kan je niet zien.
Je bent helemaal boven.
De juf gaat helpen.
Donatien
07/09/23
Het hartje ging naar buiten want de zon schijnt.
Hij ging buiten spelen.
Toen ging hij slapen want het was nacht.
De volgende dag ging hij terug buiten spelen want de zon scheen terug.
Toen begon het te regenen maar de zon scheen nog steeds.
Toen kwam er een regenboog.
Loeka
07/09/23
Roodkapje gaat naar het bos.
Toen zag ze een pijl.
Ze ging door naar het bos maar ze volgde niet de pijl.
Toen zag ze een wolf.
Toen ging ze praten met de wolf.
De wolf had heel veel honger.
Ze stapte verder.
De wolf blijft daar.
De wolf was slim want de pijl zet de jager op het verkeerde pad.
Felix
07/09/23
Het hartje ging in zijn tent.
Hij ging slapen.
Dan zet hij de zandloper op om te slapen.
Dan werd hij wakker.
Dan ging hij eten.
De mama ging voor het kindje eten maken.
Estelle
Geen opmerkingen:
Een reactie posten