donderdag 7 maart 2024

Vrije teksten februari

01/02/24

Ik heb een schaap gemaakt.
Hij is aan het eten in het gras.
Daar was een tractor.
Er was een mannetje en er kwam een regenboog.
Het begon te regenen.
Het was donker.
Er was een vliegtuig.

Donatien



01/02/24

Er was een kerstman.
Hij gaat pakjes geven aan Olaf, aan de vlinder
en aan de eenhoorn.
Toen was er sneeuw.
Het werd ochtend en de baby was nog niet wakker.
Ze gingen ontbijten.
Olaf ging kleuren.

Ida

 



01/02/24

Er is een motor in mijn straat.
Hij rijdt overal.
Hij rijdt snel en luid.

Igor



01/02/24

Er was eens een kindje.
Ze ging met haar mama ijsjes gaan eten.
Ze zag een eenhoorn.
Ze liep naar de eenhoorn en ze gaf een knuffel.
Ze had ook een Olaf gezien.
Olaf zegt: “ik ben mijn vriendje kwijt!”
Na het eten van het ijsje gaat het kindje Olaf helpen.
Ze gaan samen op zoek naar de vriendjes.
Ze komen aan bij Elsa en zien paarse krachten.
Dan gingen ze terug naar haar mama.
Dan gingen ze samen naar huis.
Dan spelen ze met oma.

Manou


 


01/02/24

De zon schijnt.
Ik ga op stap naar een speeltuin.
Alle vriendjes zijn er al.
Dat vind ik leuk.
Ik bots tegen een vriendje en we vallen op de grond.
Dat vriendje heeft geen pijn maar ik wel.
Ik heb pijn aan mijn oog.
Er hangt een slinger buiten op de speeltuin.

Selma

 


07/02/24

Het kindje gaat de sterretjes pakken.
Hij was in de ruimte.
Hij gaat met een raket.
De deuren zijn gesloten.
Hij gaat slapen.
Dan kwamen er 2 monsters.
Ze pakken de spulletjes in de kamer.
De kindjes maken hartjes.

Donatien

 



07/02/24

Het kindje gaat naar buiten.
Hij gaat spelen met zijn vriendjes.
Toen was er confetti.
Ze vinden dat mooi.
Ze gaat terug naar binnen omdat ze bloed
had aan haar hoofd.
Ze ging het tonen aan haar mama en papa.

Ida


07/02/24

Mijn mama en papa en ik wonen in de straat.
Luna en omi ook, ook opa.
Er is een ziekenhuis, ver.
Er is ook een ziekenwagen.
De ziekenwagen rijdt naar iemand die ziek is
en breng hem naar de dokter.

Igor

 

 


08/02/24

Er was een storm.
Er was een blikem.
Ik ben bang.
De confetti is warm, te warm.
Het is zo droog en het begint te regenen.

Lucie

 

 

 


08/02/24

 

Er was eens een meisje.
Het is Sandra.
Ze gaat een vriendje zoeken.
Het vriendje is Elza.
Ze gaan naar huis, ze gaan spelen.
Ze gaan terug naar buiten, ze gaan naar carnaval.
Ze spelen daar op de glijbaan.
Ze gaan naar hun mama.

Manou


 


08/02/24

Er was confetti op school.
Het was carnavalsfeest.
Mila stond bij Donatien.
We stonden op een carnavalsauto die kon bewegen.
Manou stond er ook op en Grèta ook.
Alle mensen komen kijken naar onze auto.
Lucie zat ook op de auto.
De mensen zeggen: “wauw!”
De blauwe lucht kwam en het was aan het regenen.

Mila




19/02/24

Ik ben in de ardennen.
Ik ga uit het huis.
Ik ga op de schommel.
We gaan een wandeling doen.
We zien een boom die omgevallen is.
We eten er boterhammen.
We gaan terug naar huis.

Felix




09/02/24

De carnavalswagen is gekomen.
Enora gooit confetti.
Ze vond de hond van de wagen mooi.
Ze vond het hoofd heel grappig.
Ze vond de brievenbus op de wagen ook heel grappig.
Ze vond het zo grappig omdat er uit de neus snot kwam.
Ze was moe en ging naar huis.
Ze was in haar bed gekropen.
Ze werd de hele tijd wakker want het was aan het donderen.
Er kwam ook regen.

Estelle


09/02/24

Er was een man op een carnavalswagen, die deed gekke dingen.
Want de meneer zat op een éénwieler, er kwam snot uit zijn neus
en hij liet een scheet.
Er was een werkman want de wagen was kapot.
Ze konden niet stoppen want de wagens hadden motoren.

Felix


 


09/02/24

Er was eens een wagen van carnaval.
Ze gooien confetti, ook snoepjes.
De snoepjes zijn voor de kinderen.
Het begon te regenen en te donderen.
De carnavalswagen was plots kapot.
Hij was door de donder in twee gebroken.
Er viel iemand van de wagen.
Toen moest hij naar het ziekenhuis.
Zijn been was gebroken.
Toen ging hij terug carnaval doen.

Alex




20/02/24

Ik was naar de speeltuin met mensen die ik ken.
Ik had daar een drankje gedronken.
Ik had daar ook iets gegeten.
Op de speeltuin was er een draaiding.
Ik had ook een vogel gezien.
Ik heb ook met mijn papa gevoetbald.
Toen had ik gescoord.
Ik heb ook gefietst.
Ik heb daar ook een ijsje gegeten.

Alex


20/02/24

Ik was het geitje aan het aaien.
Ik vond het heel leuk.
Ik had de bruine geit eten gegeven.
Ze was boos geworden.
We mochten niet naar binnen.
Dan zijn we gaan zwemmen.
Ik vond het zwemmen leuk.
De volgende dag waren we weer naar de kinderboerderij.
Ik heb toen een ezel geaaid.
Ik heb de ezel ook eten gegeven.

Estelle

 



01/02/24

Een konijntje.
Het konijntje gaat springen.

Grèta

 

 


XX/01/24

De raket ging naar de maan.
Het vuur was opgestegen.
Dan hadden ze gezien dat er sterren waren.
De deur was nog niet dicht.
Er was brand in de raket.
Dan waren ze tegen de maan gebotst.
Er was een hele grote scheur in de maan.
De maan ging een stukje kapot en nog meer kapot
en nog meer kapot en ze viel uit elkaar.
De astronauten moesten aan de deur blijven hangen
want ze vliegen boven het water.
Dan was alles van de raket kapot maar de deur niet.
Ze deden hun parachutte open en ze zagen de prachtige zee.

Maurice


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ijsjes in Eeklo

 Op bezoek bij Leen, een collega van Jet (mama Otto). Leen maakt zelf haar ijsjes van de melk van haar koetjes.